In betrekkelijk korte tijd is museum Het Schip uitgegroeid tot een museum met internationale allure. Natuurlijk is de buitengewone architectuur daar de belangrijkste reden voor. Maar de combinatie van een mooie vaste collectie met spraakmakende wisseltentoonstellingen met grootheden uit de internationale architectuur draagt zeker bij aan het succes.
Donderdag 27 augustus bezochten we Museum Het Schip, het eerste fysieke netwerkevent sinds februari. Een aantal jaar geleden zijn wij met ons netwerk ook al op bezoek geweest om met een brainstormbijeenkomst de ambitie van het museum communicatief te verstevigen. Het museum was toen bezig de uitbreiding van een kleine expositieruimte in het postkantoor met een groot schoolgebouw te realiseren. De vraag toen was hoe die ruimte te benutten en het museum een stevige basis te geven. Hoe is het sindsdien gegaan en waar staan ze nu? Alice Roegholt, huidig directeur en betrokken vanaf het eerste uur, heet ons welkom en vertelt.
Museumgebouw
“Nadat het postkantoor in 1999 werd gesloten, is hier sinds 2001 Museum Het Schip gevestigd. Bestaand uit het voormalige postkantoor, een museumwoning die een indruk geeft van hoe de arbeiders hier in de jaren 1920 woonden, en een museumruimte met informatie over de geschiedenis van het gebouw en de Amsterdamse School. Sinds juli 2016 is het schoolgebouw in het blok als museumgebouw toegevoegd”, zegt Alice. Zij vertelt verder dat de uitbreiding met het schoolgebouw het museum de gelegenheid gaf om de Amsterdamse School en architect De Klerk een permanente plek te geven. Ook zag zij meer mogelijkheden en kwam met een plan voor een museum dat ze uiteindelijk ook zelf mede vorm gaf. Met het vrijkomen van het schoolgebouw deed zich weer zo´n kans voor. Een onmogelijke zaak dachten velen. Maar met stug doorgaan werd er geld opgehaald voor de verbouwing. Met wisseltentoonstellingen wil het museum nu de publiciteit halen. De eerste met als onderwerp Gaudi en de Amsterdamse School was meteen een groot succes. De Catalanen waren in eerste instantie terughoudend om mee te werken. De socialistische achtergrond van de Amsterdamse School afgezet tegenover de rijkeluis architectuur van Gaudi, zagen ze niet zo zitten. Maar wat bleek? Gaudi heeft fabriekshallen met een hele arbeiderswijk erbij ontworpen, ook voor de Gaudikenners een ontdekking. De Catalaanse leider Carles Puigdemont, die uitgeweken was naar Brussel, kwam de expositie bekijken en was lovend.
Eigen inkomsten
“Dat genereerde mooie publiciteit, vertelt Alice. Broodnodig ook want het museum krijgt weinig subsidie en zorgt voor 75% voor eigen inkomsten. Er is weinig geld beschikbaar voor publiciteit. Opleidingen uit Zuid-Korea, Engeland en natuurlijk ons eigen land, weten de weg naar Het Schip te vinden en 30% van de bezoekers komt uit het buitenland. De Amsterdamse school is wereldberoemd maar veel Nederlanders en ook Amsterdammers weten niets van de parels van bouwkunde in de hoofdstad. Educatie en samenwerking met scholen is dan ook een pijler in de museumstrategie. Corona gooide ook hier roet in het tentoonstellingsmenu.”
Nu is het weer voorzichtig opstarten en scholen, organisaties en individuele bezoekers weer naar binnen zien te lokken. De tentoonstelling “Bruno Taut: De fantasie voorbij” draagt daar zeker aan bij. In de inspirerende tentoonstelling met een uitgebreid themaprogramma maakt de bezoeker kennis met de wondere, kleurrijke wereld van de creatieve en invloedrijke architect, stedenbouwkundige en totaalkunstenaar. In Nederland kennen we Bruno Taut (1880-1938) misschien nog wel het beste van de kleurrijke Regenboogbuurt in Almere, een hommage aan de grote Duitse architect en stedenbouwkundige die aan het begin van de twintigste eeuw verantwoordelijk was voor soortgelijke baanbrekende, bontgekleurde arbeiders- en stadswijken, zoals het beroemde Gartenstadt Falkenberg in Berlijn en Das Bunte Magdeburg. Naast aandacht voor de architectuur is er ook aandacht voor de fraai vormgegeven gebruiksvoorwerpen die Taut ontwierp. De bewondering van Taut voor de Nederlandse aanpak, de Amsterdamse School en De Klerk wordt natuurlijk niet vergeten. Het moge duidelijk zijn: Museum Het Schip heeft zijn plaats binnen de museumwereld weten te veroveren! Na de rondleiding door Alice zelf verzorgt, namen we de gelegenheid te baat om op gepaste wijze in levende lijve bij te praten!